Je hebt je droomhuis gevonden en het blijkt binnen je budget te passen. Nu kun je gaan bieden: misschien wel de spannendste fase in de hele huizenzoektocht.
Eenmaal, andermaal… verkocht? Meestal niet. Een bod doen op een huis lijkt misschien simpel – hallo verkoper, dit wil ik voor je huis betalen, wat vind je ervan? -, maar zo eenvoudig is het meestal niet, helaas. Niet in de laatste plaats omdat bieden lang niet altijd hetzelfde gaat. Dit zijn de meest voorkomende vormen van bieden.
De ‘makkelijkste’ optie
De meest voorkomende manier is ook meteen de meest makkelijke. Ga uit van de vraagprijs en doe aan de verkopend makelaar een voorstel voor de koopprijs. Dat doe je schriftelijk, telefonisch of soms via de site van de verkoopmakelaar. Stuur ook altijd nog een mailtje met daarin je bod, als kopie. ‘Meestal start je onder de vraagprijs’, legt makelaar Wout Melief van Brummer Makelaars uit Amsterdam uit. ‘Als je veel geluk hebt, wordt dat bod meteen geaccepteerd, maar meestal doen verkopers een tegenbod en wordt er een tijdje heen en weer onderhandeld, tot beide partijen het eens worden.’ Dit proces duurt meestal een paar dagen.
Bieden bij inschrijving
In grote steden als Amsterdam en Utrecht, met weinig aanbod en veel gegadigden, gaat het bieden er vaak heel anders aan toe. Daar moet je vrij snel na een korte bezichtiging je ultieme bod indienen. Dit gebeurt meestal bij inschrijving: alle geïnteresseerden moeten voor een bepaalde datum en tijdstip hun bod indienen in een gesloten envelop. Loeispannend, want je hebt geen idee wat de anderen doen. En hoe weet je nou of jouw gewenste koopprijs een beetje in de goede richting zit?
Bieden bij inschrijving werkt enorm prijsopdrijvend. Laat je dus niet gek maken als je op deze manier gaat bieden op een huis: ga voor je de envelop dicht likt na of je jouw bod wel kunt veroorloven en of het huis dat bedrag voor jou echt waard is. Je kunt er in ieder geval zeker van zijn dat de verkopers kiezen voor de voor hen meest gunstige bieding – onderhandelen zit er meestal niet in. ‘En dat hoeft niet eens per se het hoogste bod te zijn’, vertelt Wout Melief. ‘Vaak kiezen verkopers voor een bod zonder financieringsvoorbehoud. Van mensen die het huis dus sowieso (denken te) kunnen betalen en niet nog een aantal weken nodig hebben om de hypotheek rond te krijgen. Dan hebben ze snel zekerheid.’
Loop geen risico
Ook als je wel afhankelijk bent van een hypotheek kun je ervoor kiezen om geen financieringsvoorbehoud op te nemen in je bieding, maar daaraan kleven grote risico’s, aldus Melief. ‘Mocht je de pech hebben dat geen enkele bank je een lening wil geven, dan heb je een groot probleem. Je kunt nog van de koop af, maar je krijgt dan een boete van mogelijk minimaal 10 % van de koopsom. Nogal zonde.’
Het ultieme bod
Een derde biedingsmogelijkheid is het zogenaamde killeroffer: een bod (flink) boven de vraagprijs met zulke aantrekkelijke voorwaarden, dat de verkopende partij bijna geen nee kan zeggen. Een dergelijk bod kun je overwegen als je echt 100% zeker weet dat je het huis wilt hebben, dat je er het geld voor hebt en dat je de ruimte hebt voor het eventuele financiële risico dat je loopt. Bij zo’n ultiem bod komt meestal ook de boodschap: ik wil het snel weten anders trek ik me terug. Zo zet je de verkoper onder druk en blijf je de concurrentie voor. Deze manier van bieden komt met enige regelmaat voor in steden waar veel vraag is en weinig aanbod.
Bieden op een veiling
Soms komt het voor dat jouw droomhuis verkocht wordt op een veiling. Een koper wil of moet dan snel van zijn huis af. Bieden op een veiling is helaas geen kwestie van net zo lang bedragen roepen tot het huis van jou is, zoals in de film. Eerst wordt per opbod een prijs vastgesteld: de veilingmeester noemt een steeds hoger bedrag, bieders die dat willen betalen steken hun hand in de lucht, de prijs gaat omhoog tot er geen handen meer te zien zijn en dat hoogste bod slaat de veilingmeester af. Het huis is dan nog niet verkocht, want nu begint de fase van het zogenaamde ‘afmijnen’. De veilingmeester begint bij het hoogste bedrag en gaat steeds verder naar beneden tot er iemand ‘mijn’ noemt. Het huis is dan verkocht aan de ‘mijner’. En dat kún jij zijn!
Bieden op een veiling is dus superspannend en ook een kwestie van lef hebben. In theorie kun je op een veiling voor een habbekrats een huis kopen, maar hoe ver durf je de prijs naar beneden te laten gaan? Er zijn immers kapers op de kust. Bovendien is het vaak niet mogelijk om een veilinghuis van tevoren te bezichtigen, dus je weet niet precies waarop je biedt. Tenslotte ben je verplicht het huis te kopen als je ‘mijn’ geroepen hebt, ook al blijkt later dat je de hypotheek niet rond krijgt. Kun je het niet betalen, dan krijg je een flinke boete. Los daarvan: als je op een veiling een huis koopt, kun je het geluk hebben voor weinig geld een pareltje te kopen, dus het is de overweging waard.
Doe onderzoek voor het bieden
Denk goed na over je (openings)bod. Let in de eerste plaats natuurlijk op je eigen budget, maar doe ook onderzoek naar de woningwaarde, de concurrentie (zijn er veel geïnteresseerden of ben je de enige) en de tijd dat het huis te koop staat. Bij een huis dat al een aantal maanden leeg staat, bied je immers makkelijker onder de vraagprijs dan bij een woning die pas een paar dagen op funda staat.
Openingsbod + tegenbod = onderhandeling
Het feit dat je biedt op een huis, betekent trouwens niet dat je ook meteen in onderhandeling bent met de verkoper. Pas wanneer die reageert op jouw bod, of een tegenvoorstel doet, is de onderhandeling officieel begonnen. Een bod is pas bindend als de verkoper ermee akkoord is gegaan en de verkoop schriftelijk is vastgelegd in een koopcontract. Tot die tijd kan de verkoper ook nog biedingen van anderen in overweging nemen.
Het meest verstandig is natuurlijk om je bij te laten staan door een aankoopmakelaar! Wij helpen je graag bij de aankoop van jouw droomwoning!
Bron: www.funda.nl